Velsen |
Inhoud van deze pagina
1. Romeins VelsenDe speculaties over Kennemerland in de Romeinse tijd worden steeds wilder, waarbij bijvoorbeeld een hele opstand van Friezen in Velsen tegen het ‘Castellum Flevum’ uit de duim is gezogen. Wat er gevonden is bestaat uit paalgaten van een houten hekwerk, wat flonders en tentharingen, verder slingerkogels en een waterput met daarin de overblijfselen van een Romeinse soldaat uit de periode 15-30 na Chr. (Velsen I). Velsen II, op enige afstand, is van rond het jaar 40 na Chr. De vondsten in Velsen dateren uit de eerste helft van de eerste eeuw en kennen geen opvolging. De getekende ‘reconstructies’ van de begaafde plaatselijke striptekenaar Bert Bus (1931-2017) berusten geheel op hersenschimmen. Er is geen enkele inscriptie gevonden. Er is geen spoor van aanvallers gevonden. Daarna is er voor vele honderden jaren een archeologische leegte zodat de naam daar niet kan hebben voortbestaan, terwijl Flevum zuiver ‘toponymisch’ toch al niets met Velsen te maken had. Het Castellum Flevum lag niet bij Velsen, maar aan het Flevum, vlakbij Calais. De naam Flevum bleef daar door de eeuwen heen gedocumenteerd bestaan en vormde veel later de kern van een nieuwe negende eeuwse naam Flelandria voor het nieuw droogvallend land wat zich via Flandria ontwikkelde tot Vlaanderen. Met de uitbreiding van het gebied door de graven van Vlaanderen verdrong deze de oorspronkelijke naam Fresia van het oudere gebied ten zuid-oosten daarvan. Een Velsense archivaris liet zich er zich in 1985 als volgt over uit : «Maar het belangrijkste was toch wel het opgraven van aardewerk uit de jaren tussen 15 en 30 n.C., een periode waarin de Romeinen in deze streken bijzonder actief waren. Deze opgravingen genieten ook internationale belangstelling, omdat het niet uitgesloten is, dat we hier te doen hebben met Castellum Flevum.» (1) Het is niet uitgesloten. Maar er is ook geen enkele reden voor de veronderstelling, in tegendeel. Wat er bedoeld wordt met “internationale belangstelling” wordt in het midden gelaten. 2. Vroeg-middeleeuws VelsenOver het vroeg-middeleeuws Velsen schrijft hij : «Uit de periode van 200 tot 600 n.C. dateren slechts weinig vondsten. Tussen 700 en 800 is hier echter kennelijk een gemeenschap opgebouwd, die voor de prediker Willibrord belangrijk genoeg was om er één van zijn kerken te stichten. «Met de geschiedenis van de kerstening van ons land door rooms-katholieke geestelijken is de naam van Willibrord onverbrekelijk verbonden. Over het verhaal van de stichting van een parochiekerk in Velsen rond 720 door deze Willibrord, de komst van Engelmundus en de twijfel aan de historiciteit van deze figuur bestaat voldoende lectuur.» (2). Voor bewoning in de achtste eeuw ontbreken archeologische aanwijzingen terwijl de heren van Brederode in de tijd van Willibrord nog een half millennium op zich lieten wachten; de mythe van Engelmundus wordt wijselijk uit de weg gegaan. Velsen verschijnt in de geschiedenis voor het eerst in een een akte die op 1105 wordt gedateerd, maar die alleen bestaat in een veel latere kopie, en dan gewoon als Velzen. Er bestaat geen zinnige naamsverklaring. Zaanlands Arkadia, 1658 : «Over eenigehondert jaren is dit Dorp Felloson of oock Velesam genaemt, want men seyt dat ’er te voren Bevervoort placht te heeten: als oorspronkelijk gekoomen, uyt Bever nu Beverwijck, want de jaertijtboeken van Egmont geven uyt, dat de veranderingh des naems sou gekoomen sijn uyt het leggen van Dirck den eersen Graef van Hollant, toegenaemt van Aquitanien, in ’t maeken des verbonts tusschen hem en Wollebrant van Egmont, ten overstaen van Carolus Calvus konink van Vrankrijck, want als Graef Diderik de uytspraek des verbonts niet wel en behaege, sou hy geseit hebben, dat is een Fellesoen, en daerom hiet het dorp Felloson, of Velsen, maer wat sal ik hier toe seggen, de menschen sijn toch genegen, om altijt eenige wonderlijcke afkomste der namen van Steden of dorpen te geloven, en mogelijck isser deze ook uytgesocht, ’t is seeker dat dit Dorp seer out is.» (3) In de achttiende eeuw werd dat niet meer geloofd : «Sommige schryvers wanen, dat het dorp eertyds Bevervoort plagt genoemd te worden, doch dit is eene mening zonder het geringst bewys. Anderen beweren, dat Velzen deszelfs naam ontfangen heeft uit het woord Felleson; een woord, het welk door hun uitgedacht is, hoewel zy voorwenden, dat het oorsprongelyk zyn zoude uit zeker gezegde van Graaf Diederik den I, by gelegenheid dat Karel de kale, Koning van Frankryk, wegens een verschil, tuschen gemelden Graaf en den Heer Wollebrant van Egmond gerezen, deswegens uitspraak gedaan en gezegd had, dat het een Felle-soen was. Een vreemd voorgeven inderdaad, hetwelk door generlei bewys van eenig oud en geloofwaardig schryver gestaafd wordt, en zonder de getuigenis van welken ik het veel te gewaagd reken, om dus vrymoedig van oude voorvallen te spreken, en diergelyke vreemde namen van steden en dorpen op eigen gezag te boek te stellen.» (4). Zo zien we hoe de Felleson, een fantasie-verklaring voor de naam Velsen, al lag te wachten om – in de negentiende eeuw en niet eerder – te worden vereenzelvigd met het Felison uit Echternach, een naam die door Echternach zélf nooit op Velsen is begrepen. 3. DubbelgangersIn de documentatie van het bisdom Trajectum (Tournehem), zoals we die kennen uit het Cartularium van Egmond, komen de plaatsen Velesan – Velsan (volgens Albert Delahaye Vélingen of Bellozanne in de gemeente Carly, op 10 km zuidoost van Boulogne) en Welesan (Welles of Violaines) voor, zodat Velsen minstens twee dubbelgangers heeft in het noorden van Frankrijk, zonder het nog over Feuchy te hebben, dat het oude Felison was (5). Het aldaar in verband met Velesan vermelde Haralem is niet Haarlem, dat in 870 net zo min bestond als Velsen, maar volgens Albert Delahaye Hardelot, op acht kilometer ten zuiden van Boulogne. De naam is ook elders verdubbeld : «Filsum, Oostfriesland (10e [eeuw] Fillisni)» (6). 4. De eerste vermeldingen van VelsenIn de oorkonden van de graven van Holland wordt Velsen voor het eerst vermeld in 1253, in een afschrift van een document gemaakt ten huize van Boudekijn Mambartar te Haarlem; Hugo van Naaldwijk, ridder, beleent Willem uten Hage met het bos Schoonhove te Velsen; de oorkonde wordt meebezegeld door Floris, broer van rooms-koning Willem II (7). Dit is de officiële geboorteakte van Velsen : schimmige overeenkomsten tussen vage figuren, zeer zeker ten koste van de plaatselijke bevolking. In een afschrift van een oorkonde uit 1255 verleent graaf Willem II aan Hugo van Naaldwijk toestemming om het ambacht Velsen, dat hij van hem in leen houdt, te verkopen [een ‘leen’ kon niet verkocht worden vóór de zestiende eeuw, nadat het ‘allodiaal’ was verklaard] aan de heer Willem van Brederode, maar hij behoudt zich het recht van naasting gedurende een jaar voor (8). Floris V beleent in 1266 en 1267, volgens verloren gegane oorkonden, Albrecht van Velsen met de visserij van Krommeniesloot en met helft van de tol van de Haarlemse St.-Jansmarkt. (9). 5. Bronnen en naamsverklaringenNoordhollandse plaatsnamen (Karsten, 1951) : «VELSEN. De (mogelijke) betekenis van alle Noordhollandse plaatsnamen (Pannekeet, 1988) : «VELSEN Lexicon van nederlandse toponiemen tot 1200 (Künzel et al., 1988/1989) : «Velisena (719-739) Nederlandse plaatsnamen (Van Berkel en Samplonius, 1995) : «Velsen [gem.: Velsen, NH] 918-948 cop. 11e E Felison, Uelesan; 1e h. 11 E Velison; 1105-1120 cop. 15e E Velson; ws. datief meervoud (met locatieve functie) van oude waternaam, gevormd met het suffix *-is, waarmee stromend water werd aangeduid, bij de ie. wortel *pel ‘moeras’ (waarop ook lat. palus en du. Felber < ohd. felewa ‘wilg, moerasboom’ teruggaan).» (13). 6. Een andere hypotheseDe naam Velsen (of is het toch Velzen?) is een volle verdubbeling van Velzeke (14), ten zuidoosten van Gent vlakbij Zottegem, dat (legendarisch) vereenzelvigd wordt met het Romeinse Felciaco; Velzeke heeft een St.-Martinuskerk met karolingisch koor en beroept zich op een ononderbroken bewoningsgeschiedenis sinds de prehistorie zoals in het plaatselijk museum kan worden vastgesteld. Het naamkundig verband was in 1947 al opgevallen aan Mr. H.J.J. Scholtens : «De naam Velsen is afgeleid van “vels”, hetgeen betekent : watertje. Inderdaad vindt men in een oorkonde van omstreeks het jaar 722 reeds melding gemaakt van een riviertje Velisana (“fluvium Velisana”). Een andere afleiding geeft Mansion. Deze wijst in verband met het Belgische dorp Velzeke op het oud-Nederlandse woord fels of vels, dat wil zeggen heuvel of hoogte. De oude kerk van Velzeke staat op een verheven punt. Zulks is ook met die van Velsen wel het geval.» (15). Het is een volgende aanwijzing voor de historische band tussen Gent en Kennemerland. 6. Velsen in 1494«DIE WELBOREN LUYDEN VAN VELSEN |
Noten |
1. Memoriaal van Velsen. Een Sociaal Economische beschrijving tot 1990 / Siebe Rolle. – IJmuiden : Groen, [1985]. – p. 6. Zie ook : Historische Kring Velsen voor de laatste traditionalistische stand van zaken. 2. Memoriaal van Velsen, t.a.p., p. 6 en 65. Siebe Rolle heeft zich niet de moeite getroost die op te sommen. 3. De Zaanlantse Arkadia [Omslagtitel : V Boeken vande Saanlandsche Arcadia] / door H. Zoeteboom [op omslag Soeteboom]. – t’Amsterdam : By Gerrit van Goedesberg, Boekverkooper op ’t Water, 1658. –678 p. – p. 84-85. 4. Van Nidek en Le Long, t.a.p., p. 407. 5. Zie : De ware kijk op..., deel 1, t.a.p., p. 420-421 en deel 2, t.a.p., p. 518 en 520, en : De goederenlijst van 870 uit het Cartularium van Radboud. 6. De oudste plaatsnamen in Holland en Utrecht, t.a.p., p. 6. 7. De oorkonden en de kanselarij van de graven van Holland tot 1299, t.a.p., p. 292. 8. De oorkonden en de kanselarij van de graven van Holland tot 1299, t.a.p., p. 295. 9. De oorkonden en de kanselarij van de graven van Holland tot 1299, t.a.p., p. 311. 10. Noordhollandse plaatsnamen, t.a.p., p. 81. 11. De (mogelijke) betekenis van alle Noordhollandse plaatsnamen, t.a.p., p. 118. 12. Lexicon van nederlandse toponiemen tot 1200 (Künzel et al.), t.a.p., p. 365-367; Velserburg kan overigens weinig anders zijn dan Velserbruch : de Velserbroek, later ingepolderd. Voor de vroeg-middeleeuwse teksten, zie : ‘Felison’ en ‘Velisana’. 13. Nederlandse plaatsnamen, t.a.p., p. 240. 15. Uit het verleden van Midden-Kennemerland / Mr. H.J.J. Scholtens. – Den Haag : W.P. van Stockum & Zn., 1947. – 314 p. – p. 20-21. Verwijzingen : «E. Förstemann, Altdeutsches Namenbuch, I, 3, 880; J. Mansion, De voornaamste bestanddelen der Vlaamsche plaatsnamen (Brussel 1934), IX en 161.» De werken van J. Mansion zijn in Nederland weinig bekend :
16. Bron : Enqueste ende informatie upt stuck van der reductie ende reformatie van den schiltaelen voertijds getaxeert ende gestelt geweest over de landen van Holland en Vriesland. Gedaen in den jaere MCCCCXCIIII. |